top of page

Bram
 
Nu je aan bent gekomen op de plek waar je hoort
En je zacht ligt te dromen, waar niemand je stoort
Kijken priemende ogen van papa en mam
Ze kunnen ’t nóg niet geloven, zo mooi ben je Bram
 
 
Al die zachte geluidjes, baby wiegje, een bed
Al die rompers en truitjes op een rijtje gezet
Duizend bloemen en kaartjes als de postbode kwam
Beschuit met muisjes en taartjes op het leven van Bram
 
 
            Straks speel je met auto’s met blokken en meer
            Je knuffelt je knuffels, je pop en een beer
            We zien dat je moe bent, mijn zoon, want je gaapt
            En dan, als een wonder, dan val je in slaap
 
 
Priemende ogen van papa en mam
Ze kunnen ’t nóg niet geloven, zó mooi ben je Bram
 

bottom of page