top of page

“Sluit je ogen”
Ik doe braaf wat ze zegt en doe mijn ogen dicht.
“Adem in door je neus en adem krachtig door je mond uit”
Ik hoor hoe de lucht via mijn neusharen wervelend mijn longen vult.
Met een krachtige zucht blaas ik haar weer uit.
Dit proces moet blijvend herhaald worden. Ik volg gedwee.
“Voel hoe je voeten de grond raken, je tenen, je hakken.”
Ik probeer te voelen, door eerst een beetje druk op mijn tenen te zetten, dan weer een beetje druk op mijn hakken. Ik kan het…ik voel!
“Probeer het innerlijke in jezelf te horen, voel de rust in jezelf”.
Het is even rustig in mijn hoofd, maar zonder haar zachte hypnotiserende stem gaat het in een keer mis: Stik, ik moet nog hondenvoer kopen…niet vergeten dat ene telefoontje te plegen…moest ik nou nog tanken, of heb ik dat al gedaan…enzovoorts, enzovoorts…
“Voel je enkels, je kuiten”.
Haar zachte stem brengt me weer terug naar mezelf.
Ik ben er weer, ik voel weer.
“Ga langzaam naar je bovenbenen, naar je billen. Voel hoe de botjes van je billen in de stoel prikken”.
Nou, daar heb ik dan wat meer moeite mee, maar uiteindelijk voel ik ook dat.
“Zoek het gevoel op in elke ruggenwervel en….blijf door je neus inademen en krachtig door je mond uit.”
Ik probeer me te concentreren, maar merk dat ik het wel heel veel opdrachten vind voor een moment in mezelf.
Onverschrokken gaat ze verder. Ik kan haar krachtige uitademen haast voelen. Hoort dat er ook bij?
“Ga van je bovenste ruggenwervel naar je nek; voel je nek, voel hoe het je hoofd draagt.”
Ik voel steeds minder, maar ik doe mijn best.
Gedachtes over mijn middagprogramma, de eerder vergeten boodschappen, de laatste serie op Netflix, mijn vijf kinderen, spelen steeds vaker op.
Maar die gedachten moet ik zien uit te bannen, die mogen er nu niet zijn.
Als we eenmaal bij de kruin aangekomen zijn moet ik één zijn met het universum; voelen hoe ik één ben met de grote open ruimte, met de maan en de sterren.
Ik weet niet, maar volgens mij ben ik nu langzaamaan mezelf aan het verliezen.
Volgens mij zit ik gewoon in een kamertje met twee stoelen, een tafeltje, een cd-speler met new age muziek en een kamerplant.
Dan begint de reis terug naar mijn voeten en mijn tenen.
Voelen, ik móet voelen, dát was de opdracht.
Maar eigenlijk voel ik bijna niets meer.
Behalve dan mijn zitbotjes die protesteren van het lang moeten zitten op een houten stoel.
Zij blijft ijzig kalm inademen door haar neus en krachtig uitademen door haar mond.
Ik hoor haar, het stoort me. Nee, het irriteert me.
“Voel hoe je voeten als het ware aan de grond kleven.”
Ik doe mijn best door mijn voeten zo hard mogelijk tegen het laminaat aan te drukken in de wetenschap dat de warmte onder mijn voeten straks een duidelijk zichtbare, vochtige plek achterlaten. Ik schaam mij nu al.
“Voel hoe de grond zich onder jou opent en je voeten wortel schieten in diezelfde grond”.
Ja, héé…ik weet niet of jíj het weet, maar we zitten hier op de eerst etage, hoor!
Er zitten twee dikke betonnen vloeren tussen mijn voeten en de grond.
Hoezó, wortelschieten?
Ik ben haar volledig kwijt.
Ik mag mijn ogen openen en we sluiten af.
Op weg naar huis voel ik weer.
De wind die door mijn helm suist en mijn zitbotjes die genieten van de zachtheid van mijn scooterzadel.
Ik geniet van het monotone geluid van het viertakt motortje en alle drukke gedachten mogen er zijn: de boodschappen, mijn kinderen…Netflix.
Daar kan ik mij, gedurende het half uurtje terug naar huis, volledig op concentreren.
Ik denk dat dát mijn meditatie is.
 
 17-7-2017

 

bottom of page