top of page

De kleine man staat in de tuin
Een hark rust op zijn schouder
Zijn pijp hangt in zijn mond
De witte baard oogt grijs

Verguisd door menigeen

Door spot  en hoongelach
Verdween hij uit het beeld 
Van achterbuurt en volkstuin 
Als wees van stadscultuur

Plavuizen voor de gevel 

Geen plaats voor glooiend gras
Voor  vijvertjes en waterval
In kleur verspringend licht 
En muggen bij de vleet

Verdrongen door de tijd

De tuin is nu tafereel
Van partytent en kratten bier
Vespa’s voor de jeugd
En op de hoek, een Laaf

20-7-2015

 

bottom of page