top of page

Gescheiden vaders

Twee mannen, zwijgend op het bankje.
Ze keken elkaar niet aan en zeiden ook niets tegen elkaar.
De enige keer dat ze iets zeiden was als de kinderen een snoepje kwamen halen.
Of een slokje drinken.
Daarna zwegen ze weer.
Het was een mooie zondagmiddag in juli en de zonnestralen bestreken de helft van het speelparkje, voordat ze verborgen ging achter een dikke rij bomen.
Het was overal een drukte van jewelste en het gejoel van de spelende kinderen overstemde het zwijgen van de twee vaders.
Een van de vaders, een lange man met een baseball cap op zijn hoofd, legde zijn ellenbogen op zijn knieën en zuchtte diep.
Zijn horloge gaf aan dat hij te kort in de speeltuin was om alweer weg te kunnen.
Zijn vingers wreven door zijn ogen en hij gaapte uitvoerig.
Elke zondag probeerde hij even met de kinderen naar de speeltuin te gaan.
Hij had geen idee wat hij anders met ze moest doen als ze bij hem op bezoek waren.
En de kinderen leken het zo wel goed te vinden.
De andere man, een klein rond ‘tonnetje’, zat diep verscholen achter zijn leesboek dat hij recht voor zijn gezicht hield; afgesloten van de buitenwereld.
Tot hij plotseling zijn boek dicht klapte, overeind kwam en zijn kinderen riep.
“Kom, we gaan naar huis. Vergeten jullie de jassen niet.”
Hij ging volledig aan het gemok van de kinderen voorbij. Hij moest nog koken en als ze nu niet zouden vertrekken, dan zou hij de kinderen niet op tijd bij hun moeder terug kunnen brengen.

En hij had geen zin in ruzie.
Hij keek de lange man even kort aan.
“Volgende week weer?”
“Ja, dat is goed.”
“Gezellig. Ik houd uw plaatsje wel bezet. Ik ben er meestal toch eerder.”
De lange man knikte instemmend, maar dat werd niet meer gezien.
Dat hoefde ook niet.
Ze deden dit al de hele zomer lang.

9-3-2015

 

bottom of page