top of page

Mistroostig kijkt hij naar de regen
En voelt de druppels op zijn huid
Hij mist zijn vrouw, kan niet meer tegen
Te zien hoe zij voor ’t laatst haar lippen tuit
Om halfweg de route
De zijne te ontmoeten

Hij voelt hoe zij na al die jaren
Nog op zijn netvlies staat gebrand
Zijn hart bonkt, komt niet tot bedaren
Bij de gedachte aan het land
Waar zij te ruste ligt
Niet zo gek ver uit het zicht

Zij zijn gescheiden door de bomen
Op vijftien meter van het raam
Hij is te oud, kan niet meer komen
Zij is te ver van hem vandaan
Hij stapt er niet op af
Legt geen bloemen op haar graf

Hij is bejaard, kan niet naar buiten
Waardoor zijn leven binnen leeft
Maar met zijn stoel onder de ruiten
Zodat hij haar in ’t uitzicht heeft
Daar past ook zijn bed
…oud in Huize Nazareth

16-2-2015

 

bottom of page