top of page

Neuspeuteren. Oftewel: Rinotillexe.
Iedereen vindt het vies om te zien als een ander dat doet, niemand doet het zelf. ....duhuh....
Vandaag nog in de file. Langzaam voortschrijdend keek ik door de raampjes van de auto's die ik stapvoets passeerde.
En ja hoor, na nog geen twee auto's kwam ik de eerste fervente neuspeuteraar tegen. Een man.
Nu blijkt dat meer dan 90% van de mensen in zijn dan wel haar neus peutert.
10% Daarvan eet het op.
Waarschijnlijk nadat het sliertje eerst uitvoerig bestudeerd is door enigszins scheel naar de peuterende vingertop te kijken, waar de trofee glinsterend in de zon vraagt om opgegeten te worden.
Overigens behoor ik noch tot die 90%, laat staan tot die 10%.
Het blijkt dat mannen meer in hun neus peuteren dan vrouwen.

Zouden zij meer in de file staan, vraag ik mij dan af. Is er een relatie? Verveling bijvoorbeeld.

Het antwoord heb ik nergens gevonden.
De bank blijkt de meest favoriete plek te zijn voor deze smakelijke bezigheid.

Gezellig, bij een spannende film of zo.
Het nadeel daarvan is, dat er in de meeste gevallen anderen bij aanwezig zijn en dat er dus sociale controle is.
"Niet doen..." "Bah..."
Tja, dan laat je het wel.
Maar in de auto waant men zich beschermd en alleen.

Stom, vergeten dat een groot deel van de auto uit glas bestaat.
De opbrengst van zo'n heerlijk sliertje is trouwens niet mis: water, antilichamen, antibacteriële stoffen, bacteriën en stof.
Het goedje kan ook nog eens de bacterie Staphylococcus aureus bevatten, veroorzaker van de MRSA-infectie. En het kan neusbloedingen veroorzaken.
Al met al lijkt het me geen gezonde bezigheid. Ontspannend misschien, maar niet gezond.
De man naast me in de file was het prototype neuspeuteraar.
Wroeten, kijken, eten. Wroeten, kijken, stukje rijden, eten. Wroeten, stukje rijden, kijken, hard remmen, eten. Een man met ervaring, zo leek me.
Een paar auto's verder bespeurde ik een tweede wroeter.
Waar de eerste man een vaal t-shirt aan had en een grote bos haren had staan op zijn hoofd, had de tweede man een keurig net blauw colbertjasje aan.
Het zal mijn vooroordeel wel zijn geweest, maar van deze man had ik het peuteren niet verwacht.
Maar deze man leek me uiteindelijk meer ervaren, hij had een andere manier om het glijdende goedje weg te werken. Het wroeten en kijken gebeurde op vrijwel identieke manier, maar wat er daarna gebeurde had ik niet zien aankomen.
Nadat het zilte geval in de mond was beland, werd het raampje naar beneden gedaan en werd het als fluim naar buiten gekatapulteerd.
Vrouwen blijken trouwens ook wel te neuspeuteren...neus te peuteren, maar dan liever op het toilet.

Daar is meer pivacy.
Daar is er niemand die hen er op aan kan spreken. pfff, wat zijn ze sluw.
Maar goed, de file.
Schuin omhoog kijkend zag ik een vrachtwagen chauffeur roeren in een der neusgaten. Een eindje verder een jonge vrouw (gelukkig, ook een vrouw) en weer een eindje verder leek het wel een epidemie; een gezinsauto, gevuld met man, vrouw en drie koters.
De man en vrouw waren druk in gesprek, maar op de achterbank zaten alle drie de kleintjes gezellig de McDonalds maaltijd aan te vullen met het nodige andere afval uit een dan wel twee neusgaten.

In smaak zal er waarschijnlijk niet veel verschil in gezeten hebben.
Al met al vond ik het een heel vervelend gezicht, al dat gepeuter.
En tóch...
Tóch betrapte ik mezelf er ook op. Opeens op een onbewaakt moment.
Ik schaamde mij voor mezelf.
Daar zat ik dan met het groene goedje op mijn wijsvinger.

Geen zakdoek bij de hand en in mijn mond stoppen was geen optie.
In de hoop dat niemand het gezien had deed ik wat veel peuteraars doen (vooral de mannen, zo blijkt).
Ik draaide er een mooi balletje van en schoot het met een vlotte beweging van mijn duim van mijn wijsvinger af, de onbekende ruimte in.
Variatie op een thema.

5-10-2016

(bron:www.dokter.nl)


 

bottom of page