top of page

De telefoon schudde heen en weer op de rand van de bank.
Het geluid stond zacht en schudden was het enige wat het nog kon doen om te laten blijken dat er nog íemand interesse in me had.
Het icoontje boven in beeld liet zien dat ik niet hoefde te praten, maar dat ik slechts via het toetsenbord hoefde te reageren.
In een klein berichtje werd gevraagd of ik een dag later in de avond thuis zou zijn voor een koffiebezoekje.
Hoewel het dan kerstavond zou zijn maakte ik geen bezwaar tegen ‘onverwacht’ bezoek; ik had immers niets speciaals gepland.
‘Ja gezellig,’ tiptoetste ik terug, ‘vanwaar deze eer?’
Het bleek niet zomaar een bezoekje te zijn, maar een ‘vlucht’ uit het eigen huis.
Een van haar kinderen zou die dag jarig zijn en omdat er vrienden en vriendinnen komen….
Dat was de uitleg: omdat er vrienden en vriendinnen komen op de verjaardag van het kind.
Een kind dat met zorg en liefde was groot gebracht, geliefkoosd en bemind.
Een kind dat aan haar hand had leren lopen, leren fietsen.
Een kind dat in haar armen ziek had mogen zijn en wat met haar, hand in hand, de eerste stapjes in het volwassenen bestaan had mogen zetten.
Op de verjaardag van dat zelfde kind was de moeder nu niet welkom meer, hoewel de verjaardag gevierd zou worden in het huis van de moeder.
En ik dacht even in het groot.
Hoe vele mensen moesten hun land het afgelopen jaar wel niet ontvluchten, omdat ze niet meer welkom waren in hun eigen land. En, mijn God, wat moesten die gelukkig zijn als er elders op de wereld een land was waar de deur openstond en waar zij terecht konden.
Terug naar het kleine: Natuurlijk is ze welkom op haar vlucht, een tijdelijke vlucht.
Ik ben nog nooit de deur gewezen door een van mijn vijf kinderen.
Maar ik kan me de pijn, van hoe het voelen moet, goed voorstellen.
Dus mijn huisje dient morgen, kerstavond, als schuilplaats voor de 'vluchtelinge'.
Mijn bank is dan het kribje, mijn huis de stal.
Ze is welkom.

23-12-2015

 

bottom of page